BEGROTING 2019

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Toelichting kengetallen

Toelichting kengetallen

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn.
Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren.
Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen.
In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
De schuldquote van een gemeente bevindt zich normaal tussen de 0% en 100%.
Hoe lager het percentage hoe beter.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal.
Als normaal wordt een ratio tussen de 30% en 80% beschouwd. Voorzichtigheid is geboden bij een ratio tussen de 20% en 30%.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te kunnen dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten en baten.
Bij incidentele lasten en baten gaat het om eenmalige zaken, die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen.
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten.

Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
De boekwaarden van verliesgevende plannen zijn gebaseerd op de actuele marktwaarde en voor verwachte verliezen zijn voorzieningen getroffen.
De netto boekwaarde van de voorraden gronden (=voorraad grond -/- voorzieningen) bedraagt 21% van de totale baten van de gemeente.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde.
De ruimte, die een gemeente heeft om belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder woonlasten worden verstaan: de OZB, de rioolheffing en de reinigings-rechten voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente.
Het kengetal belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoons-huishouden in het begrotingsjaar te vergelijken met het landelijke gemiddelde in het jaar daarvoor.

De woonlasten van de gemeente in 2018 liggen boven die van het landelijk gemiddelde. De mogelijkheden om tarieven te verhogen zijn daarmee beperkt.

Weerstandsvermogen
Dit is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen, zodat de gemeente zijn taken kan blijven uitvoeren.

Beoordeling kengetallen
De netto schuldquote van de gemeente bedraagt 78%.
Gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden bedraagt de quote 66%. De doorgeleende gelden betreffen leningen aan een woningbouwvereniging.
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw staat garant voor deze leningen. Het kredietrisico wordt daarmee beperkt.
De schuldquote van de gemeente is als normaal te bestempelen. De ontwikkeling van de schuldquote is afhankelijk van toekomstige keuzes op het gebied van investeringen.

De solvabiliteitsratio is ten opzichte van 2017 en 2018 licht gestegen naar 34%.
Een hoge schuldquote en een lage solvabiliteitsratio gaan vaak hand in hand.
De solvabiliteitsratio ligt iets boven de kritische bandbreedte van 20-30%.
In dit geval leidt dat niet tot verontrusting.
Tegenover de schuld van de gemeente staat een fors eigen vermogen.
Landelijk gezien bevinden we ons in de middenmoot.
Circa 50% van de gemeenten heeft een solvabiliteitsratio dat ligt tussen de 20 en 50% (2016).

Op basis van het kengetal (-1,04%) blijkt dat er geen structurele ruimte is om tekorten of extra lasten binnen de toekomstige begroting op te vangen.
In de grafiek wordt dit op een andere manier weergegeven: hier wordt aangegeven of alle structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
Dit is voor 98,96% het geval.

De waarde van de grondexploitaties in relatie tot de totale baten van de gemeente is verder afgenomen ten opzichte van 2017 (21% om 23%).
Hoewel de risico's van de afzonderlijke exploitaties zijn afgenomen, wordt een grondexploitatiequote van meer dan 10% nog altijd als risicovol gezien.
Dit zal ook weer zijn weerslag hebben op de toekomstige hoogte van de schulden.

Qua belastingcapaciteit is er beperkte ruimte om structurele tegenvallers op te vangen.
De woonlasten van de gemeente liggen boven die van het landelijk gemiddelde.