BEGROTING 2019

Financiering

Risicobeheer

Risicobeheer

De wettelijke kaders voor de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
In de Financiële verordening is opgenomen, dat de financieringsfunctie zorgdraagt voor het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige middelen.
Regels hiervoor zijn vastgelegd in het Treasurystatuut.

Het Treasurystatuut is leidraad voor de inrichting van de financieringsfunctie.
Bij de inrichting van de financieringsfunctie staan beheersing van het rente- en liquiditeitenrisico centraal.
Ook de uitgangspunten met betrekking tot risicobeheer van de financieringsportefeuille liggen vast in het Treasurystatuut (artikel 3):

  1. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van de afdeling Financiën & Control wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
  2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie, indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.
  3. Er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten.

Risico's ten aanzien van de rente worden gemonitord met behulp van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De leidraad voor de gemeente is daarbij dat beide normen niet overschreden mogen worden.

In het verdere verloop van dit paragraafonderdeel worden de onderstaande onderdelen behandeld:
•   Koersrisico’s;
•   Renterisico’s.