BEGROTING 2019

Financiële analyse programma's

Programma 9 Middelen, bestuur en algemeen beheer

Pr.9 Middelen, bestuur en algemeen beheer

Jaarrekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Lasten

15.288

6.621

5.918

Baten

1.633

1.639

1.284

Saldo

13.656

4.982

4.634

Publiekszaken
De afgifte van documenten wordt grotendeels bepaald door de geldigheidsduur.
Deze geldigheidsduur is voor een aantal documenten in het verleden verlengd.
Op basis van de verwachte afgifte in 2019 dalen de inkomsten met € 131.000,--.

Door hogere lasten van verkiezingen en stijging van de presentiegelden van stembureauleden zijn de lasten in 2019 € 103.000,-- hoger.

OZB
De raming voor OZB is verhoogd met 1,5% en er is rekening gehouden met areaaluitbreiding. Hierdoor stijgt de opbrengst met € 186.000,--

Salarissen
De raming voor salarissen stijgt met € 650.000,--.
Dit wordt veroorzaakt door:

  • Salarisstijging op basis van CAO.
  • Stijging pensioenpremie.
  • Uitbreiding aantal wethouders met 1.

Prioriteiten en vervangingsinvesteringen
Ten opzichte van 2018 stijgt de raming met € 722.242,--.
Dit wordt veroorzaakt door:

  • nieuwe raming voor personeelsprioriteiten (€ 335.000,--)
  • overige prioriteiten 2019 o.b.v. prioriteitenoverzicht begroting 2018 (€ 385.000,--)
  • hoger budget vervangingsinvesteringen (€ 2.242,--)

Fonds Gemeenschappelijke gemeentelijke uitgaven
Met ingang van 2018 is dit fonds gevormd.
Voor de vorming van het fonds moeten gemeenten een bijdrage aan de VNG betalen (tot en met 2017 werden uitgaven die ten laste van dit fonds komen gefinancierd door uitnamen uit het gemeentefonds).
Voor Weert is de bijdrage € 126.000,--.

Bijdrage ICT-NML
De bijdrage aan ICT-NML is conform de begroting van ICT-NML en is € 102.000,-- hoger dan in 2018.

Gemeentefonds/ Algemene uitkering
De raming van de Algemene uitkering voor het jaar 2019 en de jaren erna is gebaseerd op de Mei-circulaire 2018.

In het Regeerakkoord is opgenomen dat het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de algemene uitkering en daarmee deel uitmaakt van de trap-op-trap-af systematiek.

Het betreft de volgende onderdelen:

  • Integratie-uitkering Sociaal domein (IUSD) Wmo 2015, met uitzondering van Beschermd wonen.
  • Integratie-uitkering Sociaal domein (IUSD) Jeugdhulp, met uitzondering van Voogdij/ 18+.
  • Integratie-uitkering Sociaal domein (IUSD) Participatie, onderdeel Re-integratie klassiek

Ook de integratie-uitkering Wmo oud wordt met ingang van 2019 overgeheveld naar de algemene uitkering.

De Algemene uitkering (inclusief Sociaal domein) 2019 is € 4.916.852 hoger dan de Algemene uitkering 2018 (stand na Maartcirculaire 2018).
Hiervan is € 4.204.277 een budgettair voordeel.
De neutrale posten - voor een totaalbedrag van € 712.575 - betreffen de mutaties bij het Sociaal domein (Wmo 2015, Jeugd en Participatie) en de decentralisatie-uitkeringen "voorschoolse voorziening peuters", "armoedebestrijding kinderen" en "schulden en armoede".

Kapitaallasten
Een groot deel van het rentevoordeel vloeit weg naar "gesloten" financieringen zoals huisvesting onderwijs, grondexploitatie en riolering. Het gaat om een totaalbedrag van € 1.366.000,--.

Taakstellingen
Op diverse taakstellingen (zoals de taakstelling voorzieningenplannen op grond van Kiezen met Visie) zijn bijstellingen gedaan, hetgeen resulteert in een nadeel van € 277.000,--

Vastgoed
Er is een nadeel bij vastgoed (exclusief voordeel kapitaallasten) van € 1.327.000.
Dit wordt veroorzaakt door correctie van de meerjarige taakstelling die in het kader van Kiezen met Visie was opgenomen.

Reserves
Het budgettaire voordeel op reservemutaties is € 418.000,--.
Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de aanwending van de reserves huisvesting onderwijs tot een bedrag van € 440.000,--.
In afwijking van het vastgestelde beleid is het rentevoordeel bij huisvesting onderwijs als gevolg van de daling van de omslagrente niet budgettair neutraal verwerkt maar eenmalig in 2019 ten gunste van de algemene middelen gebracht.